Preek van de Week – 11 september

september 12, 2022

Preek van de Week – 11 september

Gemeente van onze Heer,

Aan tafel is het thema voor deze startzondag. Vanmorgen hebben we dat in deze dienst ook wat letterlijk opgevat. Dat is natuurlijk een keer leuk voor de verandering, maar is daarmee verder ook alles voor deze startzondag gezegd? We wilden een keer wat anders. Daarom een kerkdienst als brunch?

Er is in mijn ogen niets tegen om een keer wat alternatiefs te doen. Maar het aardige van deze invulling van het landelijke thema Aan tafel vind ik wel dat het op deze manier invullen van de dienst goed uitbeeldt waar het in de kerk om gaat. We komen in de kerk om te ontvangen en te delen.

1n het zojuist gelezen gedeelte gaat het ook om een maaltijd. Die maaltijd was niet gepland, maar was vrij spontaan georganiseerd. In het verhaal van Johannes ging Jezus naar het overkant van het meer van Galilea. En een grote groep mensen ging Jezus achterna. Later in het verhaal horen we dat het er ongeveer vijfduizend of iets meer zijn.

Vijfduizend mensen is ook in onze tijd een grote groep. Ik vrees dat er tegenwoordig allemaal vergunningen zouden moeten worden aangevraagd. Er zouden mobiele toiletten moeten worden geregeld, eerste hulp posten ingericht en een soort veiligheidsdienst worden opgetuigd. Vanmorgen zijn we hier met een fractie van dit aantal bijeen. De commissie voor de voorbereiding van de startzondag is weken bezig geweest met voorbereiden en inventariseren. Kortom, vijfduizend mensen is een logistieke uitdaging. En dat was het in Jezus’ tijd ook.

Er is nog iets waar we even bij stil moeten staan. Waarom willen al die mensen achter Jezus aan? Het vergde toch een behoorlijke inspanning. Ik sprak twee weken geleden een collega die met jongerengroepen was gaan wielrennen bij de Alpe d’HuZes. Hij vertelde mij dat het best ingewikkeld is om de huidige jong volwassenen te laten trainen op uithoudingsvermogen. Ik begrijp wel dat de jongeren die tegenwoordig gewend zijn aan trapondersteuning het moeilijk vinden en om te trainen voor een bergetappe. De huidige dertigers en veertigers hadden dat volgens mijn collega nog veel meer in hun opvoeding meegekregen. Ik denk dat in de tijd van Jezus de mensen heel goed konden doorzetten, ook bij lichamelijke inspanning. Maar waarom zouden ze het doen? Wat dreef hen om die toch betrekkelijk inspannende tocht achter Jezus aan te maken?

In de tekst staat dat het vooral nieuwsgierigheid was. Ik stel me dat een beetje voor als het publiek dat elke avond het shownieuws van RTL volgt. Wie werd er dit keer genezen? In die zin moet de tocht op een teleurstelling zijn uitgelopen. Na een lange wandeling moesten ze ook nog een berg beklimmen. En er werd niemand genezen. Boven op een berg kom je nu eenmaal geen lamme en kreupele mensen tegen.

Er deed zich natuurlijk wel een logistiek probleem voor. Hoe kom je aan eten? Op festivalterreinen zijn tegenwoordig allerhande snackverkopers te vinden. Ik denk dat dit in de oudheid ook zo was. Dus als er vijfduizend mensen achter Jezus aanlopen, zullen er vast straathandelaren zijn geweest die dit een uitgelezen kans vonden om hun waar aan de man te brengen.

Ik heb tot nu toe het verhaal een beetje historisch ingevuld. Maar wat er verder in het verhaal gebeurt, laat zich niet zo makkelijk historisch invullen. Een jongen met nog wat vissen en brood over wordt bij Jezus gebracht. Nog vijf broden en twee vissen. Dat is waar het volk mee gevoed moet worden.

Vanaf dit moment krijgt het verhaal vooral een symbolische betekenis. Het voedsel dat de mensen ontvangen, ontvangen ze van Jezus. Het brood en de vis verbinden hen met Hem. In het vervolg van Johannes 6 blijkt dat de aanwezigen dat niet goed begrijpen. Ze hebben gratis gegeten. Dat kwam hen wel goed uit. Maar dat dit eten meer was, was hen niet bijgebleven. De wonderbare spijziging is bij Johannes een manier om aanschouwelijk te maken wat geloven is. Geloven is ontvangen van wat God aan je geeft. Geloven is ook delen. Wat ik heb ontvangen, is niet alleen voor mijzelf, maar ook voor de anderen om mij heen. Met elkaar mogen we weten dat God de levende is.

In de kerk gaat het om geloven. Wat drijft ons? Waar halen we de energie vandaan om verder te gaan? Ik denk dat het delen met elkaar belangrijk is. Bijvoorbeeld door in het luisteren te laten zien dat de ander meetelt.

Aan tafel worden in de gezinnen vaak de verhalen gedeeld, in de kerk zou het eigenlijk niet anders moeten zijn. Vertel elkaar wat je bezighoudt. En in de ontmoeting vindt je Gods luisterende oor.

Amen.

Meer berichten