Welke kant kijk ik op?
Wie in deze dagen de wereld wil begrijpen, is vooral bezig met de vraag waarom mensen elkaar niet begrijpen. Dat onbegrip hangt samen de wijze waarop mensen gebeurtenissen op hun eigen wijze in hun verhaal passen. Het verhaal van de Palestijnen verschilt nogal van dat van de Joden. Het verhaal van Oekraïne is anders dan dat van Rusland. Soms zijn die verschillen redelijk objectief te verklaren. De staat Israël gaf Joden een thuisland en verdreef talloze Palestijnen van hun geboortegrond. Maar er zijn ook interpretaties die vooral propaganda lijken te zijn: het verhaal wil niet meer dan de identiteit van de eigen groep te bevestigen. Bijvoorbeeld dat Rusland en Oekraïne een historische eenheid vormen.
Het is verleidelijk om mee te gaan in het verhaal van de groep die het sympathiekste overkomt. In de strijd tussen Rusland en Oekraïne ligt mijn sympathie duidelijk meer bij Oekraïne. Maar daarmee is nog niet bewezen dat hun verhaal in zichzelf meer overtuigingskracht heeft dan het andere verhaal. Daarbij hebben al die verhalen iets kunstmatigs. De geschiedenis zelf wijst nooit een eenduidige weg naar de toekomst.
Hoe reageren we in de kerk nu op al die verhalen? Je kunt meegaan in de verhalen die ons het beste uitkomen, je kunt daar ons eigen verhaal naast of tegenover stellen en je kunt de verhalen pogen te ontmaskeren. Selectief meegaan in verhalen lijkt mij geen taak voor de kerk. Als we er alleen een eigen verhaal tegenover stellen, doen we niet meer dan propaganda te beantwoorden met propaganda. Even concreet. Je kan volgens mij niet overtuigend zeggen dat als iedereen christen wordt de vrede op aarde vanzelf zal aanbreken. Want ook deze voorstelling is propaganda.
De uitdaging zie ik daarin dat verhalen ontmaskerd moeten worden. Een crisis is geen crisis als maar genoeg mensen een crisis voelen. Nationalisme is geen aan het christelijk geloof ontleende levensvisie. Van enige afstand kijk ik nog eens naar de overlevering over Jezus. Hij ging niet mee in het verhaal zoals het Hem verteld werd. Een overspelige vrouw was niet de zondaren die tegenover brandschone aanklagers stond. Die aanklagers waren net zo goed zondaars.
De uitdaging van deze tijd is, denk ik, niet zelf te worden wat wij verfoeien. Waar ligt de grens tussen legitieme verdediging en wraak? In de kerk zou ik willen kijken naar de stappen die vandaag worden gezet om morgen de vrede mogelijk te maken.
Wim de Ruyter