Voorwoord

november 6, 2024

Voorwoord

Almacht
De christelijke theologie kent vanouds de voorstelling van een almachtige God. De joods
christelijke traditie was hierin in de oudheid uniek. Godsdiensten die meerdere goden kenden,
konden immers nooit van één God zeggen dat hij/zij almachtig was. De kerkvader Augustinus
definieerde Gods almacht als Gods mogelijkheid alles te doen wat Hij wil. In de
middeleeuwen zag men al een probleem in deze definitie. Kon God ook doen wat Hij niet
wilde?
Het geloof in de almacht van God maakt God wel heel groot, maar leidde in de christelijke
theologie ook tot een serieus probleem. Als Iemand alles naar zijn hand kan zetten, is Hij ook
voor alles verantwoordelijk. Concreet: is God bij machte het onrecht in deze wereld te keren?
Waarom doet God dat dan niet? Bij een voorstelling van een almachtige God ondermijnt het
kwaad in deze wereld het vertrouwen in de goedheid van God. Natuurlijk hebben
spitsvondige theologen hier naar geitenpaadjes gezocht. Voor sommige goedgelovigen was
dat genoeg, maar de meeste theologen houden tegenwoordig wijselijk hun mond over de
almacht van God. Als je niet in een diep moeras wilt wegzinken, ga je hier met een grote boog
omheen.
In onze geseculariseerde wereld hebben moderne politici geen boodschap meer aan negatieve
ervaringen van theologen. Er is een generatie politici opgestaan die de kiezers de indruk
geven alle problemen te kunnen oplossen. Natuurlijk noodzaakt hun keuze voor het goede tot
een apocalyptische strijd tegen de machten van de duisternis. Dat het goede er nu nog niet is,
zelfs als ze aan de macht zijn gekomen, komt omdat de eindoverwinning nog niet behaald is.
Dat het doel bij regeringsdeelname nog niet bereikt is, ligt niet aan hun gebrek aan almacht.
Maar die almacht heeft wel tijd nodig. Alle machten van het kwaad kunnen overwonnen
worden.
De machten van het kwaad blijken in toenemende mate de rechten en instituties te zijn die de
vorige generaties omarmden als waarborgen van individuele vrijheid en integriteit. De rechten
van de vreemdeling zijn de wachters die ons de toegang tot het paradijs ontzeggen. Anders
gezegd, de asielzoeker is de zondebok voor alles wat er in een maatschappij kan misgaan. Wie
een dergelijk doelwit kiest voor zijn apocalyptische strijd, zal niet snel winnen. Hier komt het
mythologische beeld van een veelkoppig monster van pas. Wie het ene probleem heeft
opgelost, heeft het volgende probleem geschapen. Het paradijs laat dus nog even op zich
wachten. Tot die tijd krijgen haat en vijandschap een gelegitimeerde plaats in onze
samenlevingen.
De strijd tegen het kwaad die politici nu voeren is vooral een poging hun eigen onmacht te
maskeren. De maatschappelijke problemen zijn niet opgelost als hun doelwitten overwonnen
zijn. Almacht is een mythe. Iedereen heeft met een realiteit te maken die beperkingen stelt aan
wat bereikt kan worden. Veel problemen laten zich hoogstens met goed beleid enigszins
milderen. Die problemen los je niet op met het aangaan van een apocalyptische strijd.
Samenwerken en compromissen sluiten zijn inderdaad geen instrumenten van almacht. Maar
het is wel de enig begaanbare weg naar de toekomst.
Wim de Ruyter

Meer berichten