Gemeente van onze Heer,
Toen we een paar weken geleden als voorbereidingsgroep voor deze dienst samenkwamen, kwam al snel het thema ‘samen’ bovendrijven. Samen is in onze tijd een soort uitdaging geworden. Samen is allang niet meer met elkaar in een ruimte verkeren. Uit de korte interviews bleek al duidelijk dat het gebruik van de smartphone menselijk contact een heel ander karakter heeft gegeven. Zelfs de grootste digibeet in onze gemeente belt als het uitkomt met familieleden in het buitenland. Wat dat betreft is het een ontwikkeling die aan niemand van ons is voorbijgegaan.
De veranderingen hebben gevolgen voor zowel ons werkzame als ons privéleven. Een werkoverleg met een zakenpartner elders in deze wereld vraagt niet meer om een lange reis. En als je wel op reis bent, is contact met het thuisfront nog nooit zo gemakkelijk geweest. Dat heeft ook het idee van beschikbaarheid voor elkaar veranderd. Er is het idee ontstaan dat de ander altijd bereikbaar is.
Die bereikbaarheid van elkaar wordt vaak verkocht als het grote voordeel van onze tijd. Ik denk in dit verband aan advertenties met als thema ‘unlimited data.’ Maar er kleeft ook een nadeel aan. Het gevoel van altijd bereikbaar moeten zijn, kan het idee geven altijd ‘aan’ te moeten staan. Het leidt bij bedrijven tot discussies over het recht bepaalde tijden onbereikbaar te zijn. Maar ook buiten het werk geeft het problemen. Het gebruik van sociale media in het verkeer heeft al voor veel ellende gezorgd. En met name onder tieners bleek die voortdurende bereikbaarheid ook sociaal ongewenst gedrag te stimuleren. Kortom, de moderne manieren van samen zijn blijken ook een bedreiging voor het samen kunnen zijn te vormen.
Met enige ironie zie ik dat we in gezelschap vaak in contact willen komen die er nu net niet is. Naast elkaar op de bank appt ieder met een ander. En als je hebt afgesproken met die ander gaat ook weer een deel van de tijd verloren met het appen van anderen.
Nu hoeft dat volgens mij allemaal geen probleem te zijn. Tenminste, als je maar duidelijke keuzes maakt. Op dit punt aangekomen wil ik ter illustratie naar het gelezen gedeelte uit Genesis 13.
Het verhaal gaat over Abram die zijn land verlaat om elders een nieuw leven op te bouwen. In onze tijd dus een soort gelukzoeker. Voor Abram was vertrekken ook echt afscheid nemen. Abram is nooit meer terug geweest. Maar Abram ging niet alleen. Zijn neef Lot ging met hem mee. Dat samenzijn wordt problematisch als de zakelijke belangen teveel lijken te botsen. In het verhaal lezen we dat Abram en Lot om het probleem op te lossen een echte keus maken. De familie wordt voor een deel ontvluchten.
Over dit verhaal is veel te vertellen, maar vanmorgen wil ik er een aspect uithalen. Om samen te kunnen zijn, moet je soms duidelijke keuzes maken. In het verhaal van Abram en Lot is het afscheid hier niet het einde van hun relatie. Abram zal zelfs nog een oorlog voeren om Lot te redden. Maar het bleek voor de twee mannen niet werkbaar te zijn om altijd ‘aan’ te staan.
Wat mij in deze tijd vaak opvalt is dat we met iedereen contact proberen te hebben, maar dat we daardoor met niemand meer contact hebben. We zijn heel selectief geworden in wat we van iemand willen weten en wat we aan die ander vertellen. Maar dat is nooit het hele verhaal. Ik begrijp dat je dit in een zakelijke wereld een professionele benadering kan noemen. Als je overal op de wereld je zakenpartners hebt, kan je je niet laten meenemen in de verhalen over ieders schoonmoeder, zal ik maar zeggen. Maar is het gevaar niet dat wij die houding ook meenemen naar onze persoonlijke contacten? Want wat zeg je tegen je partner als je aan het videobellen bent? Natuurlijk dat het goed gaat. Het is hier prima. Want je weet dat als je zegt dat je jezelf eenzaam voelt, dat je de ander mist en op dit moment zo heel graag een arm om je heen hebt, de ander in een soort machteloze positie brengt. Dus zeg je dat je het hier wel redt.
Hoe zou het zijn als we niet met zoveel mogelijk mensen tegelijk in contact staan, maar als je tenminste tegen één ander persoon je hart kunt luchten? Als die ander dan niet het alleen door jou geregisseerde zelfbeeld ziet, maar ook die andere kant. Je zit in de wachtkamer bij de dokter. Je bent zenuwachtig Want je krijgt de uitslag van een spannend onderzoek te horen. Geen tijd voor een selfie dus. Maar misschien juist wel het moment dat je ernaar verlangt in je onzekerheid herkend te worden.
Samenzijn is meer dan met zoveel mogelijk mensen je successen vieren. Wie samen is, kent ook de tranen van de ander. De verlangens die niet vervuld zijn. De pijn die we het liefst voor onszelf houden. Je zou kunnen zeggen: is er in onze tijd nog wel ruimte voor de achterkant van de selfie? Kan er nog meer gezegd worden dan dat iemand het naar omstandigheden goed doet?
Misschien klinkt het een beetje somber. Maar ik bedoel juist het tegenovergestelde. Als predikant heb ik zo vaak de opluchting gezien als iemand mij de achterkant van zijn verhaal verteld had. Ik herinner mij als jong predikant nog een gesprek dat een gemeentelid met mij wilde hebben omdat hij het helemaal niet eens was met mijn preken. Ik vroeg waarom dit onderwerp voor hem zo belangrijk was. En hij vertelde mij over zijn leven. Waar zou ik mij aan vast moeten houden als ik dit ook niet meer had? Ons meningsverschil is niet meer aan de orde geweest. We hebben verder gesproken over Gods genade voor vastgelopen mensen. En het gaf ontzettend veel ruimte.
Abram heeft mededogen voor de wat materialistische blik waarmee Lot naar de wereld om hem heen kijkt. Mededogen zou je een vorm van genade kunnen noemen. In hoeverre speelt genade een rol in ons contact met elkaar? Als het moeilijk wordt, als het leven tegenvalt, willen veel contacten nog weleens afhaken. In de kerk gaat het over God die ons draagt als wij niet verder kunnen. Wat hebben wij, wat heb ik, aan geloof nodig om de ander te dragen als dat nodig is?
Amen