Het Woord is aan Ds. Rianne Noordzij

december 30, 2024

Het Woord is aan Ds. Rianne Noordzij

SAMENWERKING

Wat voor u en wat voor mij, vrouw?       Johannes 2, 4a
In januari staat de bruiloft te Kana op het leesrooster. In mijn opleiding homiletiek (preekkunde) moest ik dit gedeelte uit mijn hoofd leren. Het was de bedoeling om bij het ‘navertellen’ juist te letten op wat ik vergeten was. Ik vergat de zin die mij er juist toe aanzette te doen wat Jezus vroeg. Jezus zei tegen de bedienden: “Vul de vaten met water”. En ik liet de zin: ‘Ze vulden ze tot de rand’ weg wat voor mij juist betekende om ‘vol’ te gaan voor mijn levenstaak.
Nu wil ik u vertellen wat juist in de vertaling van de Nieuwe Bijbel Vertaling is weg gelaten.

Opvallend is dat de naam Maria niet voorkomt in de geschiedenis van de bruiloft te Kana. Johannes noemt haar “de moeder van Jezus”. We komen verschillende Maria’s tegen in het evangelie: Maria Magdalena, Maria, de zus van Martha, Maria de vrouw van Kleopas…maar er is maar één Maria van wie wij kunnen zeggen: de moeder van Jezus. Zij is de ‘gezegende onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van haar schoot’ zoals de engel bij de aankondiging van Jezus’ geboorte zei. Deze koningin-moeder is de eenvoud zelf. Ze is de ‘dienares’ want ze antwoordde met overgave destijds de engel: “De Heer wil ik dienen. Laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.” Kennelijk helpt ze op de bruiloft ook met bedienen en ze hangt de dreigende afgang niet aan de grote klok. Ze fluistert Jezus toe: “Ze hebben geen wijn meer!”. Wijn is in de bijbel het symbool van blijdschap, van leven. Zouden wij misschien ook eens vaker moeten doen: naar Jezus toe gaan als ons leven z’n glans verliest. Maria begreep dat ze met de ontstane nood naar Jezus moest gaan.

Maar dan wordt in de NBV het antwoord van Jezus weggelaten. In de NBV staat: ‘”Wat wilt u van me” zei Jezus’. In de grondtekst, het Grieks, staat letterlijk: “Wat voor u en wat voor mij, vrouw?” Ik ben juist aangesproken door hetgeen in de NBV wordt weggelaten. Waarom heeft de vertaler in de NBV het antwoord van Jezus zó neergezet? Is dit misschien omdat in de vertaling van 1951 in opdracht van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) verwerkt het woord “vrouw” vrouwonvriendelijk overkomt? Zou een vrouw de vertaalster zijn? In de NBG staat: “Vrouw, wat heb Ik met u van node?”. Zou Jezus werkelijk zijn zorgzame moeder op deze wijze hebben afgesnauwd? De vertaler verraadt haar eigen visie. In Jezus’ tijd gold een vrouw als niet ter zake doende, afhankelijk en onderdanig aan de man. Misschien had de vertaalster een laag zelfbeeld of was haar eigenwaarde door anderen ondergewaardeerd. Misschien hoorde zij bij haar goedbedoelde opmerking haar man in de auto zeggen:  “rij jij of rij ik?”, zo van: waar bemoei jij je mee. Als vrouw zijnde zou ik het juist een eretitel vinden om aangesproken te worden door Jezus. En in het bijzonder Maria, zijn moeder verdient de eretitel ‘vrouwe’. En dan zou ik juist de klemtoon leggen op “mét”: “wat heb ik mét u van node” want dan ontstaat er ook al een wereld van verschil in betekenis: Wat zouden we er samen aan kunnen doen?

Wanneer Jezus werkelijk zijn moeder zou hebben afgesnauwd, zou Maria beschaamd en teleurgesteld in een hoekje zijn gaan zitten. Afgewezen. Maar nee, ze gaat enthousiast (en-thou = is met God verbonden) naar de bedienden en wijst op Jezus: “Wat Hij u ook zegt, doe dat!”

Als we naar Jezus gaan met onze problemen, vraagt Hij ook aan ons:” Wat voor jou en wat voor Mij”? Wat zouden we er samen aan kunnen doen? Wie zijn handen vouwt om te bidden, doet het om ze daarna des te beter uit de mouwen te kunnen steken. Wie zijn ogen sluit voor gebed doet het om des te betere kijk te krijgen op de wereld om zich heen.

Ik zeg u in het nieuwe jaar: “Immanuel”, wat betekent: God mét ons.

Meer berichten