Gemeente van onze Heer,
‘A big deal. The greatest deal ever. You are not in a position to refuse.’ Aan het begin van zijn openbare optreden ontmoet Jezus een geraffineerde dealmaker. ‘Jij gaat nu een strijd met mij aan waarvan je weet dat het tot je dood zal leiden, Jezus,’ houdt de duivel Jezus voor. ‘Ik zou mij maar wat meer meegaand opstellen. Jij zit niet in een positie om dit aanbod te weigeren. Jij kan je doel alleen bereiken door met mij tot een akkoord te komen.’
De Schriftlezing van vanmorgen neemt ons mee naar de woestijn. Na zijn doop door Johannes de doper was Jezus daar heengegaan. Volgens de evangelist vastte Jezus daar veertig dagen. De latere traditie verbond de veertig dagen voor Pasen met deze periode uit het leven van Jezus. Vandaar dat we dit gedeelte op de eerste zondag van de veertigdagen voor Pasen lezen.
Het verhaal over de veertig dagen die Jezus in de woestijn verbleef, symboliseert een belangrijke episode uit de geschiedenis van het volk Israël. In een legendarische oertijd was het volk Israël onder leiding van Mozes uit Egypte vertrokken naar het beloofde land Kanaän. Aanvankelijk was de bevrijding uit Egypte een feest geweest. Maar na enige tijd bleken er ook schaduwkanten aan het nieuwe bestaan te zitten. Volgens de verhalen in de oude boeken van Mozes leidde dit tot onenigheid. Het volk Israël was daardoor veroordeeld tot een verblijf in de woestijn van veertig jaar. De dichter van Psalm 95 vatte dat als volgt samen:
‘Wees niet halsstarrig als bij Meriba,
als die dag bij Massa, in de woestijn,
toen jullie voorouders Mij op de proef stelden,
Mij tartten, al hadden ze mijn daden gezien.
Veertig jaar voelde Ik weerzin tegen hen.
Ik zei: “Het is een stuurloos volk
dat mijn wegen niet wil kennen.
En Ik zwoer in mijn woede:
“Nooit gaan zij mijn rustplaats binnen!”’
Eens was het volk Israël op een cruciaal moment voor de verleidingen bezweken. Voor de generatie toen was de uittocht bijna tevergeefs geweest. Pas de generaties na hen zouden het beloofde land betreden.
In navolging van de evangelist Marcus plaatst Lucas dit literaire beeld van de verzoeking van Jezus aan het begin van zijn evangelie. De evangelist Johannes geeft de verzoeking van Jezus pas veel later een plaats in zijn verhaal. De context is dan ook anders. In Johannes 17 krijgt de pijn van de verzoeking rond zijn aanstaande dood de vorm van een gebed tot zijn hemelse Vader.
In Lucas 4 wordt Jezus een ‘big deal’ voorgehouden. Die hele weg van het lijden die uitloopt op de kruisiging, is onnodig. Jezus kan ook kiezen voor een pragmatische benadering. De wereld is nu eenmaal zoals die is. Zoek binnen de bestaande mogelijkheden het meest haalbare. Gooi het op een akkoord. Daardoor zou Hem en zijn omgeving veel lijden bespaard blijven.
De beschrijving van de verleidingen waaraan Jezus wordt blootgesteld is vooral een literaire weergave van mythische motieven. Daarmee wil ik vooral zeggen dat we geen tijd moeten verdoen door ons af te vragen hoe het in werkelijkheid is gegaan. Ik zie er dus niets in om te denken dat Jezus hallucineerde door te weinig eten. De evangelisten willen ons op een ander spoor zetten: wat maakt ons tot volgelingen van Jezus? Horen wij zijn boodschap binnen de grenzen van wat wij mogelijk achten? Met andere woorden: hoe zouden wij met dat aanbod van de duivel omgaan?
Ik hoor tegenwoordig elke dag bij het nieuws wel over deals. In die deals gaat het bijna altijd om macht. Met macht kun je inderdaad manipuleren en de ander overhalen. Macht was eens de kracht geweest van de farao in Egypte die zich tegen de belachelijke eisen van Mozes verzette. Macht had Achab en Izebel de kans gegeven de profeten van de HEER te vervolgen. De macht van Nebukadnezer had het volk Israël in ballingschap laten gaan. Israël wist maar al te goed dat mensen die pochten op hun macht levensgevaarlijk konden zijn. En toch geloofde Israël dat het niet mensen met deze macht waren die uiteindelijk aan het langste eind zouden trekken. In zowel het Oude als Nieuwe Testament staat steeds Gods gerechtigheid centraal. Het is die gerechtigheid die Jezus in zijn leven leidend wilde laten zijn. Bij Jezus gaat het niet om de lucratieve deal. Maar het gaat om het recht van de verdrukte, de wees, de weduwe, de vreemdeling en de bijwoner. De farao had het volk uiteindelijk moeten laten gaan. Ondanks de vervolgingen van Izebel weigerden vijfduizend mensen te knielen voor Baäl. Ook Nebukadnezer had het volk niet blijvend in ballingschap gehouden. Aardse macht kan heel snel verdwijnen. Daarom zongen vele generaties in het bekende Lutherlied: ‘geen aardse macht begeren wij, zij zal alras verdwijnen.’
Hiermee wil ik niet zeggen dat we in de kerk elke vorm van macht afwijzen. Wie opkomt voor de verdrukte, mag macht gebruiken. Maar het gaat dat wel om macht die het voor de gerechtigheid opneemt. Ik begrijp dat Linda vandaag voor het laatst in deze haar periode als dienstdoend diaken in ons midden is. Vanuit ons gelezen gedeelte van vanmorgen zou ik tegen je willen zeggen: aarzel op je missie niet om macht te gebruiken als dat mensen vrijheid geeft. Maar laat die macht wel altijd ten dienst staan van gerechtigheid.
Jezus kwam om te dienen. De heilige apostel Paulus zou het in zijn brief aan de Filippenzen als volgt samenvatten: ‘Hij, die de gestalte van God had, maakte er geen aanspraak op aan God gelijk te zijn, maar deed afstand van zijn positie en nam de gestalte aan van een dienaar. Hij werd gelijk aan de mensen, en als mens verschenen heeft Hij zich vernederd en werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis.’ (2: 6-8). Die zelfgekozen vernedering liet geen ruimte voor een big deal met de duivel. Het woord van Jezus deed alle andere stemmen verstommen.
Amen.